1944 – Lederfabriek Noord-Brabant uitgebrand

Honderdvijf Engelse Lancaster-bommenwerpers vielen op 3 september 1944 het Duitse vliegveld in Gilze en Rijen aan. Bij deze actie kwamen ook bommen op het fabriekscomplex van de N.V. Lederfabriek Noord-Brabant in Rijen terecht.

Market Garden voorbereid
Het bombardement van 3 september was eigenlijk een voorbereiding voor operatie Market Garden die de geallieerden voor 17 tot 25 september 1944 gepland hadden. Ze vielen alle Duitse vliegvelden in het zuiden van Nederland aan. Doel was de Duitse luchtverdediging uit te schakelen. Op 3 september ging in Gilze en Rijen om 15.25 uur het luchtalarm voor de eerste keer af. Om 15.50 uur klonk het eindalarm. Er leek toen nog niet veel aan de hand te zijn. Maar om 16.40 uur verschenen er opnieuw jagers in de lucht, gevolgd door honderdvijf Engelse Lancasterbommenwerpers die hun lading op het vliegveld Gilze en Rijen afwierpen. Het grootste deel van de bommen kwam op het vliegveld terecht, maar enkele series bommen kwamen neer in de kern van Hulten. Die verwoestten de kerk en de naastgelegen school; de omringende panden raakten zwaar beschadigd. Ook in de wijde omgeving vielen bommen, waaronder op de Haansberg, in Rijen en in Molenschot.

De Noord-Brabant uitgebrand

 Zo werd aan de Julianastraat het fabriekscomplex van de N.V. Lederfabriek Noord-Brabant geraakt. Er brak brand uit. De vrijwillige brandweer van de gemeente was binnen een kwartier met twee motorspuiten ter plaatse. Maar de ploeg van negentien man kon weinig doen. De waterleiding was dusdanig beschadigd geraakt, dat er geen druk meer op de leidingen zat. Later op de avond kwam er nog eens versterking van tien man van de brandweer uit Tilburg. Omdat ook zij niets konden uitrichten, werden ze vrijwel direct weer teruggestuurd. De machteloze brandweer kon alleen maar toezien dat het fabriekscomplex grotendeels uitbrandde. Het nablussen duurde nog tot de volgende dag 16.00 uur.

De oprichting van de fabriek 
De N.V. Lederfabriek Noord-Brabant was op 18 maart 1911 opgericht. Door de grondleggers Uijtendaal sr. en Van Bijsterveldt. Ze begonnen met de bouw van een fabriek aan de Julianastraat. In oktober 1911 was die fabriek bedrijfsklaar. De bekende architect P. Aarts uit Rijen tekende voor het ontwerp van de vier bouwlagen, machinekamer/ketelhuis en portierswoning. Spoedig volgden op diezelfde locatie nog een villa met koetshuis, een directeurswoning, een watertoren, een hoogspanningsruimte en diverse stallen. Het hele fabriekscomplex was ongeveer 5400 m2 groot. Om het machinepark aan te drijven, had de fabriek twee stoommachines die elk 250 pk leverden.

Het personeelsbestand groeide met de jaren. In 1936, tijdens het 25-jarige bestaan, werkten er 130 personen. De fabriek richtte zich op grootschalige productie van zogenaamd zoolleder voor de schoenenindustrie. Die maakte van dit dik en stevig runderleder, zolen en binnenzolen voor schoenen

 

Na de oorlog
Al snel na de bevrijding maakte het bedrijf plannen om het fabriekscomplex op dezelfde locatie te herbouwen. De fundamenten van de oorspronkelijke fabriek en de spanten bleken nog bruikbaar te zijn. Dat kwam in een tijd van schaars bouwmateriaal goed van pas. Van het oorspronkelijke gebouw bleven alleen de schoorsteen en de watertoren staan. Bij het nieuwe gebouw werden ook een machinekamer/elektriciteitscentrale/hoogspanningsruimte gebouwd.

Maar na een aantal jaren stortte de leermarkt in; rond 1956 ging de fabriek failliet. Leerlooier J. Verbunt uit Dongen kocht de fabriek op en ging ter plekke door met leerlooien. In juni 1959 kon ook hij zijn hoofd niet boven water houden en sloot de fabriek definitief haar poorten. Een jaar later werd het complex een behangfabriek, onder leiding van de nieuwe eigenaar I. Cohen uit Rotterdam. Deze nieuwe bestemming vroeg ook de nodige aanpassingen aan het complex. Cohen liet een nieuw kantoor bouwen en naast de schoorsteen, een nieuw ketelhuis. Het oude ketelhuis werd omgetoverd tot kantine. Hij liet een productiehal verbouwen tot ververij/drukkerij, een  magazijn bijbouwen en een laad- en losruimte. De fabriek heette vanaf dat moment ‘Nederlandse Behangpapier Industrie N.V.’.

Later volgden er nog enkele aanpassingen aan de fabriek. Er kwam een tweede ketel in het ketelhuis en extra opslagruimten. In 1971 veranderde de naam in Goudsmit-Hoff. De fabriek werd sponsor van een van de meest succesvolle wielerploegen uit de geschiedenis van Nederland.In 1980 nam de concurrent Rath en Doodeheefver de fabriek over. Tot en met 1998 produceerde deze grote naam in de behangwereld onder andere hier zijn behang. In 1998 ging Rath en Doodeheefver failliet en tot 2008 stond de fabriek leeg. In dat jaar kocht een particulier bouwbedrijf  het pand met het terrein op om er een nieuwbouwwijk te bouwen. Het plan was om het oorspronkelijke pand te behouden. Maar in 2009 bleek het daarvoor in té slechte staat te zijn. De fabriek werd gesloopt en er werd een appartementencomplex neergezet dat uiterlijk op de oude fabriek lijkt.

Bron: Vijf jaar Luchtfront

Wilt u meer lezen over de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog in de gemeente Gilze en Rijen? Ga naar www.heemkringmolenheide.nl/tweede-wereldoorlog-gilze-rijen of bezoek onze Webwinkel.

Foto: Bert Wagemakers