Kuipleerlooierijen in Gilze

“Lang was in onze gemeente de leer- en schoenindustrie de grootste werkgever. Maar die kwam na 1960 door de opkomst van de rubberzool, de concurrentie uit het buitenland en de hoge milieu- eisen in de problemen. In Gilze sloot de laatste leerfabriek in 1991, alleen in Rijen zijn nog een paar leerverwerkende bedrijven over.”

Dat schreef J.C. de Vet in februari 2012 nog voor zijn dood in zijn voorwoord over de geschiedenis van de kuipleerlooierijen in Gilze. Hij verzamelde deze gegevens voor het kwartaalblad De Mulder van heemkring Molenheide. In 32 pagina’s, gevuld met tekst en foto, vertelt hij over dertig leerlooierijen in zijn woonplaats. Hij gaat verder in zijn voorwoord:

“In deze uitgave kunt u lezen over de kuipleerlooierijen in Gilze. Voor de beschrijving daarvan heb ik gebruik gemaakt van gegevens uit het gemeentearchief en andere beschikbare bronnen. Het geheel is ruim voorzien van foto’s zodat u ook een indruk krijgt van het dorp met zijn vele looierijen in het begin van de twintigste eeuw. Alleen de geur van de run en het looien uit die tijd kunnen we niet overbrengen. Ik wens u namens de redactie veel leesplezier.”

J.C. de Vet † vertelt over maar liefst dertig boerderijen met o.a.:
Cornelis de Jong-Thielen (*1838) looide vanaf 1862 bij de ouderlijke boerderij op Verhoven. Na zijn huwelijk in 1867 betrok hij een boerderij in de Aalstraat (nummer 3). In datzelfde jaar kreeg hij toestemming om daar een looierij op te richten aan de overzijde van de straat. Zijn zoon Tiest (*1867) zag meer in schoenen maken en begon er in 1885 een schoenmakerij. De looierij waar twee knechten werkten leverde het leer. In 1903 werd besloten om met looien te stoppen en zich volledig te richten op het schoenmaken. Eerst diende de looierij nog voor opslag maar is later afgebroken.”

Over gebroeders Aarts schrijft hij:
Op de hoek van de huidige Nieuwstraat en Korte Wagenstraat stond de looierij van de Gebroeders Aarts, Adriaan (1828-1900) en Govert (Godefridus *1845 Tilburg). Zij kochten in 1879 een perceel bouwland en lieten daar in 1880 een looierij en een woning bouwen. Beiden waren ongehuwd en hadden al gelooid bij hun boerderij op Klein Tilburg. Daar werden in 2011 bij het plaatsen van een nieuwe schuur nog enkele looikuipen gevonden. Adriaan en Govert looiden samen in de looierij. In 1895 was er een boedelscheiding tussen de kinderen Aarts. Aan Govert werd toen toebedeeld, huis, erf en looierij. Omdat hij geen opvolger had kwam in 1899 Koos Aarts naar Gilze om bij zijn oom in de looierij te werken. In 1917 nam Koos Aarts-de Jong (*1871 Rijen) de zaak van zijn oom over. De looierij werd in 1924 nog vergroot om een leder-wals met elektromotor te plaatsen. Door het zoolleder te walsen kreeg het een vaste structuur. Koos was één van de weinige looiers die een eigen lederwals had. In 1939 stopte hij met looien en liquideerde de zaak. De looierij die tegen het woonhuis aan stond is omstreeks 1948 afgebroken.”

Wilt u de complete verhalen lezen, dan kunt U De Mulder 143 bestellen bij Jac Kuijsters: Heuvelstraat 3,  5126 CM  Gilze tel. 0161 – 451830 of via deze website.
HvO