Zolang ik leef zal ik streven om bij u te komen en aan u denken

Artikel uit het Eindhovens Dagblad augustus 2023

Zolang ik leef zal ik streven om bij u te komen en aan u denken; Adrianus Oomen ligt in het enige oorlogsgraf in Geldrop

Geldrop – De meeste oorlogsslachtoffers die tijdens WOII zijn gevallen in Geldrop, zijn herbegraven op erevelden. Het graf van Adrianus Oomen is nog het enige dat over is. Hij sneuvelde twee dagen na de invasie.

Voor de 31-jarige Janus Oomen begon de oorlog op 10 mei in de Peel. Met zijn knieën op de grond in de stelling schreef hij die avond een brief aan zijn vrouw. ,,Zo lang ik leef zal ik streven om bij u te komen en aan u denken”, waren zijn slotwoorden terwijl de Duitse vliegtuigen boven zijn hoofd ronkten.

Twee dagen later, op 12 mei, werd hij in het hart getroffen door waarschijnlijk het enige Duitse schot dat in Geldrop zowel bij de bezetting als tijdens de bevrijding viel; in Geldrop werd niet gevochten tijdens WOII. Oomen had een paar afschuwelijke dagen en nachten achter de rug. Toen de bezetter binnenviel op 10 mei, verdedigde het legeronderdeel, waar Oomen infanterist was, de Peel-Raamstelling bij Meijel en Neerkant. Uit het verslag van Kapitein van Haalen blijkt dat de stelling al op 11 mei niet te handhaven was.

Het enige schot dat in Geldrop werd gelost
Het legeronderdeel kreeg opdracht om de stelling te verlaten en Someren te ontzetten. Dat werd een vruchteloze poging, waarna de afmars naar Eindhoven begon. Veel dorpen in de omgeving, waaronder Maarheeze, Leende en Heeze, waren toen al bezet.

Oomen met een paar kameraden kwamen in Geldrop terecht om de Duitse vuurlinie te ontlopen. In het toenmalige gehucht Hout, werden ze vuil en uitgeput, ontdekt door een paar Duitsers op motorfietsen, waarschijnlijk verkenners. De achterop zittende Duitser schoot en raakte Oomen.
Johannus Bierings die aan het huidige Hout West woonde, zag het door het raam gebeuren en droeg samen met omwonenden de gewonde naar de stal van zijn boerderij. Oomen overleed een kwartier later. Met een lijkenbakfiets werd hij vervoerd naar het St. Anna-Ziekenhuis.

Familie heeft geen verzoek ingediend voor ereveld
Burgemeester van de Putt stelde in een brief de weduwe op de hoogte nadat de infanterist al begraven was op de Rooms Katholieke begraafplaats. In 1966 werd Oomen herbegraven op ’t Zand aan de Aragorn. Hij is nooit naar een ereveld verplaatst omdat de familie daar geen verzoek voor heeft ingediend.

Janus Oomen was in oktober 1939 vader geworden van een tweeling, Piet en Kees. Ze waren net een half jaar toen hij sneuvelde. Daarvoor zal hij zijn zonen niet vaak gezien hebben, hij werd in april 1939 onder de wapenen geroepen vanwege de oorlogsdreiging.

Weduwe mocht niet op boerderij blijven
Oomen woonde voor de oorlog met zijn vrouw op de boerderij van zijn ouders. Nadat hij sneuvelde was daar geen plaats meer voor zijn weduwe Maria Oomen-Boemaars. Met haar twee zonen moest ze terug naar haar ouders. ,,Zo ging dat vroeger”, vertelt zijn zoon Piet Oomen (83). ,,Mijn moeder was ineens niet meer getrouwd en ook geen boerin meer.”

Ze hertrouwde met een boer in 1947 toen de tweeling 6 jaar was. ,,Mijn stiefvader had last van astma”, aldus Piet. ,,Wij moesten veel werk doen. Tijdens de frambozenpluk bijvoorbeeld konden we niet naar school. De bovenmeester gaf ons dan vrijstelling.”

De tweelingbroers kregen vier stiefbroers en zussen. Moeder Maria sprak weinig over hun eigen vader. ,,Ik ben dan ook blij dat in Molenschot een monumentale boom en gedenkplaat zijn naam in ere houdt”, vertelt Piet.

Janus Oomen is postuum het Oorlogsherinneringskruis met de Gesp toegekend. Zijn graf wordt onderhouden door de Oorlogsgravenstichting.

Terug naar: Persoonlijke verhalen