Een vrij Gilze-Rijen (vervolg 1)

Vrijwel onbeschermd vliegveld
B77, de geallieerde codenaam voor het vliegveld Gilze-Rijen is nu zover hersteld dat grote groepen jagers er gebruik van kunnen ma­ken. De RAF zal in de komende maanden een voor dit vliegveld ongekende hoge activiteit ten toon spreiden. Herbergde de Luft­waffe er gemiddeld zo’n 40 à 50 vliegtuigen, topdagen daargela­ten, nu zullen er geregeld wel 100 tot 200 en soms nog meer gesta­tioneerd zijn.

Als op 16 december 1944 de Duitsers een offensief in de Ardennen starten, staan op het vliegveld lange rijen jagers langs de rolbanen, met het grijze zeildoek omhangen als bescherming tegen regen en sneeuw. De geallieerde luchtstrijdkrachten zijn aan de grond ge­kluisterd.

Generaal Von Rundstedt ziet daardoor kans zijn troepen haast on­opgemerkt te verplaatsen voor het ‘offensief van de laatste kans’. In die vroege morgen van de zestiende december binden de Duit­sers de strijd aan met de Amerikanen. Het offensief neemt een zodanig ernstige vorm aan dat de geallieerden genoodzaakt zijn hun troepen in Brabant zelfs terug te trekken, met uitzondering van de Poolse divisie en Canadese een­heden. Ook veel van in het kamp Prinsenbosch gelegerd grondper­soneel vertrekt, waardoor het vliegveld vrijwel onbeschermd blijft. Terwijl de Duitsers in de Ardennen onophoudelijk hevig slag leve­ren, laat de Luftwaffe zich ook in onze contreien weer zien. Zo passeert op 17 december een groep van 15 Me 109-jagers en ope­nen de Engelsen op 24 en 26 december het vuur op een enkele Duitse verkenner.

Om een mogelijk Duits gevaar het hoofd te bieden, worden op 31 december weer gepantserde afdelingen Canadese troepen in Gilze en aanliggende dorpen ingekwartierd

Bommen vallen
Op Nieuwjaarsmorgen 1945 klinken overal de beste wensen voor iedereen. En dan natuurlijk speciaal voor hen die de laatste maanden het beeld op en om het vliegveld bepalen, onze bevrijders. Iedereen voelt onmiskenbaar: deze oorlog kan niet lang meer duren. Ook in het Ardennenoffen­sief immers heeft een kentering in het voordeel van de geallieerden plaatsgevonden.

Spitfires op vliegveld Gilze-Rijen

Dan, om 09.15 uur, net als enige Mustang P 51 jagers zijn opgeste­gen, duiken plotseling een drietal Duitse Messerschmitt Me 262 straaljagers vanuit 1500 meter op het veld toe. Zij hebben zich al­weer hoog opgetrokken als de eerste bommen exploderen en het afweergeschut de snelle machines zonder resultaat enkele salvo’s achterna schiet. Als het geraas is verstomd en de vliegtuigen nog slechts kleine stippen zijn, lijkt het of het slechts toevallig over­vliegende toestellen waren. Niets is echter minder waar, want even later valt er weer een serie bommen.

Enige Mustangs stijgen op en worden niet meer teruggezien. On­geveer een kwartier lang blijft het rustig. Dan volgt een derde aan­val uitgevoerd door Messerschmitt Me 109 jagers. Deze keer blij­ven de toestellen lager vliegen om na het afwerpen van de bommen in een wijde bocht over Gilze te draaien, achterna gezeten door de wolkjes van ontploffende luchtdoelgranaten die echter telkens te­kort schieten. Dan verschijnt er op grote hoogte een eenzame Dor­nier Do 217, die in westelijke richting over het veld vliegend, een grote houder laat vallen. Hieruit worden talrijke z.g. vlinderbom­men gestoten die op het vliegveld neerkomen, niet ver van de Mustangs die aan de zuidwest-zijde staan opgesteld.

‘Een vrij Gilze-Rijen (vervolg 2)’