Duitse bommenwerper in Gilze neergestort

Woensdag 4 september 1940
Kort na middernacht, op woensdag 4 september 1940, sloeg in de Nieuwstraat in Gilze een Duitse bommenwerper van het type He 111 IH + FP  te pletter. De bommenwerper – op weg naar Engeland – was volgeladen met kerosine en bommen. Op dat moment genoten de meeste mensen in Gilze al van hun nachtrust, totaal onkundig van hetgeen er gebeurde. 

Hotel “De Kronen” zoals het vroeger
was toch een opvallend gebouw

Ook de familie van Wezel in de Nieuwstraat was in diepe slaap verzonken en bij de overburen, de familie Vermeulen in hotel De Kronen werden de laatste voorbereidingen getroffen om ook een einde aan de dag te maken. In de keuken hadden moeder Vermeulen en zoon Kees de laatste spullen opgeruimd en ze praatten nog wat na met twee stamgasten, die hier hun laatste glas dronken.
Toen brak de hel los. Een gierend geluid gevolgd door een daverende klap. Het scheurend geluid van brekend metaal en hout, gevolgd door een enorme vuurzee. Met woeste kracht sloegen balken, dakpannen, stenen en stukken metaal door de ramen van De Kronen naar binnen en er werden enorme gaten in de muren geslagen. Even was er bij de wakker geschrokken bewoners een verstarring van schrik. Toen kwam een verzengende hitte op hen af en was er nog die ene gedachte: “Er uit!”.

De situatie op de plaats van het ongeluk was onbeschrijflijk. Het Duitse vliegtuig was in de bovenverdieping van het huis van Willem van Wezel gedrongen, alles met zich meesleurend wat er in was. Dakpannen, spanten, huisraad, muren vielen op straat.

Ook de mensen die in hun bed lagen werden meegesleurd en lagen tussen het puin en de brandende benzine op straat. Stukken vliegtuig, puin en balken, maar vooral brandende benzine sloegen door naar het hotel aan de overkant en zetten dit in lichterlaaie. Gelukkig zagen alle bewoners, zij het bedekt met brandwonden, kans het pand te verlaten. Ook zij konden het vege lijf redden door uit ramen en gaten in de muren naar buiten te springen. De plaats van de ramp veranderde in een ware hel. Door het geluid van de ontploffende munitie en de loeiende vlammen heen klonk het geluid van de nog steeds startende vliegtuigen van het vliegveld. Daar overheen de angstaanjagende alarmstem van de luidende kerkklokken. Doordat bij het ongeluk ook de elektrische stroom was uitgevallen werkten de sirenes niet. Toen volgden drie doffe dreunende slagen van de ontploffende bommen, die ruiten en dakpannen in de verre omgeving deden sneuvelen.

Een beeld van de rampplek
in de Nieuwstraat in Gilze, foto
genomen in de ochtend
van 5 september 1940

 

Donderdag 5 september 1940
Pas de volgende ochtend werd duidelijk hoe groot de ravage was. De straat lag vol met puin en glas. Stukken van het vliegtuig daartussen, overal verspreid. Van drie huizen en een schuur stonden alleen nog de geblakerde, verbrande resten overeind. Daar tussendoor bewogen zich, met geschroeide en bezwete gezichten, de brandweermannen en reddingsploegen, moe gestreden onder de zwarte helmen, de ogen brandend van rook en hitte. Urenlang hadden zij keihard moeten werken om te redden wat er te redden viel. Nu pas kon men ook beginnen met het bergen van de bemanning van het verongelukte vliegtuig en al spoedig werden de verkoolde resten van de vier vliegers her en der onder het puin vandaan gehaald. Toen de Duitse instanties aan het eind van de middag begonnen met het ruimen van het puin, kon het dorp Gilze de trieste balans opmaken. Een balans die een schaduw van grimmigheid over dit anders zo vriendelijke dorp legde. In de harten van de mensen maakten de angst en schrik van de afgelopen nacht plaats voor een gevoel van diepe verslagenheid en machteloze woede. De trieste lijst van de slachtoffers gaf er alle reden toe.

Wilhelmus J. van Wezel, 55 jaar; Wilhelmina P. van Wezel-van Kruisbergen, 51 jaar; Antonia M. van Wezel, 21 jaar; Petrus A. van Wezel, 19 jaar; Martinus G. van Wezel, 15 jaar; Jacobus M. van den Broek, 25 jaar.

Siegfried Baltes, Lt, Piloot, 14-12-1919, Gleichamberg; Gottfried Pottgüter, Lt., Waarnemer, 27-8-1916, Dudinghausen; Karl-Heinz Graunke, Gefr., Radio-tel., 18-4-1917, Berlijn; Erich Pfretzschner, Feldw., Boordmont., 27-10-1914, Plauen/Vogtl.

Vader Jan Vermeulen lag op dat moment nog zwaar gewond in het ziekenhuis. Later stierf hij alsnog.

Een paar dagen na de ramp in de Nieuwstraat: het puin wordt opgeruimd. Links op de foto de open plaats waar kort tevoren de familie Van Wezel woonde en op de voorgrond de ruimte waar hotel De Kronen heeft gestaan. De resten van het vliegtuig werden eerst door de Duitsers afgevoerd. Achter de huizenrij is de zogenaamde boerenmolen nog zichtbaar.

Het huis op de foto is zwaar beschadigd, ramen en deuren zijn vernield, geen dakpan is op haar plaats gebleven. Deze schade is grotendeels veroorzaakt door de explosie van de bomlading van het vliegtuig, enkele minuten na het neerstorten. De intense hitte van de vele honderden liters brandende benzine bracht de bommen tot ontploffing, tot overmaat van  ramp.


Nog een beeld van de verwoesting in de Nieuwstraat. Duitse militairen zoeken in de smeulende resten, op de dag van het ongeluk.
Bron: Vijf jaar luchtfront, deel twee

Terug naar ‘Oorlogsjaar 1940’