De Jeugd van Geret

Een dorpskroniek

Voorwoord
Er zijn verschillende manieren om herinneringen uit je jeugd op te halen. Je kunt heel gestructureerd te werk gaan en alles in chronologische volgorde neerschrijven. Je kunt ook te hooi en te gras in korte schetsen je eigen jeugd de revue laten passeren.

Een weer heel andere vorm is om je jeugdherinneringen te laten vertellen door een soort alter ego en voor deze vorm heb ik gekozen. Ik heb mijn alter ego Geret (spreek uit: Gerrit) genoemd. Op deze manier heb ik enige afstand kunnen nemen van de hoofdpersoon en, als het ware over de schouder van Geret meekijkend, toch mijn eigen verhaal kunnen opschrijven.

De belevenissen van Geret spelen zich af in zijn geboortedorp in de periode van 1935 tot 1945 en zijn gelardeerd met dorpstaferelen en met een beschrijving van de  plaatselijke geschiedenis zodat dit gedeelte zich laat omschrijven als een dorpskroniek. In 1945 neemt Geret voor zes jaar afscheid van zijn geboortedorp en staat van 1945 tot 1951 zijn middelbare schooltijd centraal. In een korte epiloog blikt Geret naar de toekomst.

Het gedicht Geuren reikte mij de titel aan en ook wel gedeeltelijk het verhaal waarin deze jeugdherinneringen zijn vormgegeven.

Geuren
De geuren uit mijn dorp;
De reuk naar het verleden.

De straten naar de school
die hingen vol met geuren.

De teerlucht van de looierij
van Hoevenaars van de Noort,

Vermengd met tanninereuk,
Zo vertrouwd! De Tip voorbij,

Langs oude statige panden;
De honingzoete lucht van

Smolders Koekfabrieken;
Een ‘Koninklijke’ geur!

Sindsdien zijn deze geuren
Verdwenen uit mijn dorp.

Het heimwee naar die tijd
Dat stijgt me tot de lippen.

Iemand zei eens: ‘Van geen leeftijd worden de indrukken krachtiger en blijvender vastgehouden dan van de jeugd’. Ik heb ervaren dat dit zo is. De indrukken die Geret in zijn vroegste jeugd heeft opgedaan staan voor altijd in zijn geheugen geprent.

Ik heb gepoogd deze indrukken op de volgende pagina’s weer te geven.

G.C.Ch. Jacobs

Terug naar De oorlog mei 1940