Grooten weg der eerste klasse no 8

De Mulder 150 over weg Breda-Tilburg

 Het 150e blad van De Mulder, kwartaalblad van Heemkring Molenheide, is uit en geheel geweid aan de geschiedenis van de weg Breda – Tilburg. Nu besloten is, dat deze N282 verbreed en verlegd gaat worden, dook Walter de Vet in de geschiedenis en ging terug tot aan het jaar 1732. Hij beschrijft het ontstaan van de weg tussen Breda en Tilburg.

Hij vertelt over het Nationaal wegenplan:
In de tijd van de Republiek der Zeven Provinciën was dus geen sprake van een planmatige aanleg van wegverbindingen. Dit veranderde in de Franse periode. In 1806 werd Lodewijk Napoleon door zijn broer Napoleon tot koning van Holland benoemd. In korte tijd reisde hij door zijn nieuwe land en maakte hij kennis met de bevolking. Hij maakte al snel plannen voor noodzakelijke verbeteringen in onder meer landbouw, handel en weg- en waterbouw.

Tolhuisje, in gebruik als café, aan de Haansberg in Rijen

Per koninklijk decreet van 21 mei 1809 droeg hij op verbeteringen te doen in het departement Braband (let op de spelling in die tijd) als volgt ‘Er zal een kaaidijk worden aangelegd van de grenzen naar den kant van Antwerpen af tot aan Breda, en van Breda tot aan den Bosch, met eenen zijtak, die naar Tilburg, en een anderen die naar Waalwijk zal leiden: van dat punt des grooten kaaidijks, hetwelk het naast aan bovengemelde plaatsen is, zal de kaaidijk worden verlengd van den Bosch af tot aan Grave.’ Dit werk werd geschat op ƒ 250.000,- een aanzienlijk bedrag voor die tijd.

Tilburg, toen een groot dorp met 10.000 inwoners, was het met deze planning niet eens:
De lobby van Tilburg om een grote weg over Tilburg te laten lopen werd geleid door een ad-hoc commissie bestaande uit de burgemeester Meurs en de wethouders Gomarus Dams en Paulus Vreede, een zoon van Pieter Vreede, een machtige lakenfabrikant. Zij brachten een bezoek aan het paleis van de koning in Brussel. In de raadsvergadering van 2 april 1817 bracht de commissie verslag uit van haar bezoek aan de Koning en zeiden “redenen te hebben om te mogen aannemen dat hun stappen niet vruchteloos zouden zijn”.

Op 18 oktober 1821 kon de burgemeester de raad informeren, dat de nieuwe weg over Tilburg zou komen. Er werd wel een bijdrage van de stad Tilburg gevraagd ter grootte van f 30.000,-.

1930 Rijksweg tussen Rijen en Dorst

Dus Tilburg kocht zich in, maar toch werd er in die eerste jaren tol geheven op de nieuwe wegen:
Op de straatweg Breda – Tilburg werden vier tollen ingericht: Aan de aansluiting der oude baan naar Dorst nabij de roomse kerk te Dorst; aan de vereniging van de nieuwe weg met de bestaande weg op de Haansberg onder Gilze bij het huis van Groenendaal (op de plaats waar nu het Shell tankstation is); aan de Hultensche of Maasdijksche brug over de Donge (dat is bij Dongewijk); bij het verlaten van de bestaande weg, ongeveer 2875 ellen ten westen van Tilburg (dat is net voor de afslag naar de Berkdijksestraat, nu Friezenlaan).
Bij een tolhuis was een weg afgesperd met een tolpaal of tolboom.

In de 50-er jaren van de vorige eeuw kwam de dodenweg:
De aanleg van de derde rijstrook zou de rijksweg Breda – Tilburg landelijke bekendheid en de naam ‘Dodenweg’ opleveren. De derde baan, een middenbaan, konden automobilisten benutten om in te halen. Maar dat kon men vanuit beide richtingen doen. Het was daarmee een levensgevaarlijke gok of niet tegelijkertijd van twee kanten werd ingehaald!

Tenslotte eindigt Walter de Vet met de woorden:
Het zou een mooie mijlpaal zijn als we in december 2021 tweehonderd jaar oude rijksweg en vijftig jaar A58 Breda – Tilburg kunnen vieren.

Wilt u het complete verhaal (52 bladzijdes) lezen, dan kunt U De Mulder 148 bestellen bij Jac Kuijsters: Heuvelstraat 3,  5126 CM  Gilze tel. 0161 – 45 18 30 of via info@heemkringmolenheide.nl

HvO