Bets Milani-Willemen: Als kind bracht ik koekjes en snoepjes rond in de buurt (vervolg)

Naar de Pastoor Gillisstraat
“Begin jaren vijftig verhuisden we naar de winkel in de Pastoor GillIsstraat, nummer 44,  het ouderlijk huis van onze Pa, tegenover melkfabriek De Hoop. Opa Louis Willemen was overleden en Cees Willemen (Cees dun bakker) broer van onze Pa, verhuisde met zijn vrouw naar een nieuw winkelpand in de Tuinstraat. In 1956 begon onze Pa voor zichzelf. Achter het huis werd een bakkerij gebouwd. Door de goede kwaliteit van de producten had hij al snel een grote klantenkring opgebouwd. Er zijn nog steeds mensen in Rijen en Molenschot die ons  worstenbrood als het beste noemen. Zijn geheim was dat hij hiervoor voor de helft het worstvlees van slagerij Beterams en voor de helft dat van slager Kamp gebruikte. Maar hoe groter de klantenkring hoe drukker de winkel en de bezorging. Wij als kinderen, we waren met vieren, hielpen allemaal mee. Vooral met de kermis, sinterklaas, kerstmis en oud jaar was het keihard werken.

Vakantie bestond niet. Wel was iedere bakker om de beurt een week dicht, maar dan werd er onderhoudswerk gedaan of alles grondig schoongemaakt. In de vakantietijd was het ook druk in de winkel, want dan vierden de Rotterdamse kinderen vakantie in het Kinderkamp aan de Oosterhoutseweg. Ze kwamen te voet naar Rijen om souvenirs en lekkers te kopen. Het was mijn taak om bij de deurtjes van de etalage te staan en in de gaten te houden dat de kinderen wel alles betaalden wat ze meenamen.”

Frans en Rica met hun kinderen Nell, Bets, Jan en Louis

“Overigens was onze Pa niet alleen als bakker bekend in het dorp. In zijn jonge jaren was hij lid van de Liederentafel en speelde hij vrouwenrollen. Vrouwen mochten toen nog niet op het toneel. Later was hij de eerste tamboer-maître van de Rijen. Hij liep voor de drumband die bij het 75-jarig bestaan van Vlijt en Eendracht werd opgericht.”

School voor het leven
“Het was een ramp voor ons gezin toen onze Pa een paar dagen voor kerstmis, na enkele jaren als zelfstandig bakker te hebben gewerkt, werd aangereden door een auto. Het leverde hem een verbrijzeld been op. Het raadslid Uytendaal zorgde als reddende engel voor een vervangende knecht in de bakkerij. Hij regelde het zo dat deze bakkersknecht uit Dongen vervroegd uit militaire dienst kon komen om bij ons in de bakkerij zijn dienstplicht uit te dienen. Met de drukke dagen kwamen  Jan Sterk en Jan van Boesschoten (oud-collega’s van onze Pa bij De Voorzorg) in de bakkerij helpen.
En zo runde ons Ma de winkel, de bakkerij en het huishouden.

In die tijd ging ik nog maar een paar dagen in de week naar de huishoudschool en verder zat ik op de toer zoals we dat in die tijd noemden. In de strenge winters ging ik niet op de fiets, maar reed Piet Vermetten  samen met mij de toer in de auto. Ons Nell hielp na schooltijd mee en onze Louis en Jan in het weekend en zo kregen we het met z’n allen voor elkaar om het bedrijf in stand te houden. Na het overlijden van onze Pa in 1973 is de bakkerij gesloten en het huis verkocht.”

“Alles bij elkaar was het hard werken, maar ik heb er veel van geleerd. Ik heb heel veel mensenkennis opgedaan en geleerd hoe je met mensen om moet gaan. Het heeft mij onder andere gevormd tot wat ik nu ben en daar ben ik blij om. Tijd om verder te leren was er niet, maar ik heb de school voor het leven in die tijd wel gehad.”

MvH 2008

U kunt naar het volgende artikel {cms_selflink page=’ton-hesemans-kocht-een-klant-verf-bij-ons-dan-leende-mijn-vader-ook-een-kwast-uit’ text=’Ton Hesemans: Kocht een klant verf bij ons, dan leende mijn vader ook een kwast uit’} of terug naar Winkels, wie kent ze niet