Ex-krijgsgevangene Ron Scholte maakte reis naar het verleden

Geen hard feelings ten opzichte van de Japanse jongeren
Ex-krijgsgevangene Ron Scholte maakte reis naar het verleden

Hij is al weer een week thuis, maar de jetlag zit nog in zijn benen. De reis naar Japan was dan ook geen vakantieuitstapje. “Het was een drukbezet werkbe­zoek, waarbij we veertien dagen van hot naar haar gereisd zijn”, vertelt de 73-jarige Ron Scholte uit Gilze. Op uitno­diging van de Japanse regering was hij te gast in het land waar hij tijdens de tweede wereldoor­log twee­nhalf jaar lang in gevangenkamp Fukuoka 14 doorbracht en waar hij, maar dat was niet de reden van de uitnodiging, de atoom­bom op Naga­saki meemaakte en over­leefde.

Scholte aan wie zijn leeftijd niet af te zien is, reisde met een gezelschap van 28 personen naar Japan als afgevaardigde van de Stichting Japanse Ere­schuld (JES) waarvan hij donateur is. Hij nam de plaats in van zijn broer, bestuurslid van JES maar ern­stig ziek. Scholte: “De opzet van de Japanse rege­ring is om met dit soort bezoeken het moderne Japan te laten zien en mensen kennis te laten maken met de jonge gene­ra­tie. De oude genera­tie die ons zoveel heeft aange­daan is er niet meer. Ze willen laten zien dat het Japan van toen niet meer be­staat.”

Emoties
Hij zei meteen ja toen zijn broer hem voorstelde om de reis van hem over te nemen. “Het is altijd een stille wens van mij geweest om terug te gaan en de plaat­sen te zien waar ik ge­weest ben. Maar het geld ontbrak. Toen ik de kans kreeg om op kosten van de Japanse regering te gaan heb ik me die niet af laten nemen.” Angst dat hij het gevoelsmatig niet aan zou kunnen, had hij niet. “Ik ben wat je noemt een koele kikker. Natuur­lijk zijn er tijdens de reis emoties geweest. Ik heb de vrien­den herdacht die ik daar verloren heb. En dat waren er veel. Van de eerste driehonderd gevangenen die in Fukuoka aan­kwamen is ongeveer de helft gestorven. De meesten zijn er overle­den aan long­ontsteking. We moesten werken op de schee­pswerf van Mitsu­bis­hi. Een eind lopen op een lege maag dat was al een hele opga­ve. Maar ook het werk aan de scheeps­wand, in de kou en zonder warme kle­ding, was heel zwaar.” Hij geeft toe dat hij door het werkbezoek weer meer met dat verleden bezig is. “Maar ik slaap goed en heb er geen trauma’s van. In het verle­den heb ik ook al veel van me afgepraat en -geschreven. Ik heb meegewerkt aan twee boeken over Nederlandse krijg­sge­vangenen die de atoombom over­leefden en heb verschillende interviews voor kranten en televisie gegeven.”

De atoombom
“Het toeval wil dat het hotel waar we in verble­ven, dicht bij de plaats stond waar het kamp is ge­weest en vlak­bij de plek waar ik stond toen de atoombom viel.” Die bom viel op 9 augus­tus 1945, precies om twee minuten over elf, weet Scholte. “We hadden als gevangenen toestem­ming van de Japanners gekregen om tunnels in de heuvels van Nagasaki te graven ter bescher­ming tegen de bombarde­menten van de Ameri­kanen. Ik was net afgelost en stond amper buiten toen de atoom­bom viel. Een geweldig helle flits werd gevolgd door een ontzaglijke klap en er kwam een enorme luchtdruk achter­aan. Of ik in de grot achter me gesprongen ben of dat ik er door de lucht­druk in ge­drukt ben weet ik niet meer. Ik lag daar in ieder geval toen alles begon te trillen en bewegen als bij een aard­beving. Daarna werd het hartstikke donker buiten. Door de rook en de stofontwik­keling was de zon helemaal verduis­terd. Toen het opklaarde hoorde ik een stem naast me. Dat was mijn vriend. Zijn gezicht was verbrand. Ik mankeerde hele­maal niets. Wel was ik alle gevoel voor richting kwijt. De stad was weg. Het was één grote puin­vlakte geworden waar later allerlei branden uitbra­ken. In eerste instantie zijn we de heuvels ingevlucht. Een gewonde Japanse soldaat die me erom smeekte, heb ik nog meege­nomen. Toen besloot ik terug naar het kamp te gaan om te kijken of ik daar nog kon helpen. Dat was bijna geen doen, overal stond de zaak in brand. Gelukkig is de fall-out, de radioactieve regen, ver van ons vandaan, net buiten Nagasaki gevallen. Daar zijn de meeste slachtoffers gevallen door de radioactieve stralin­gen. De windrichting was gunstig voor ons, maar dat zijn we allemaal pas achteraf te weten gekomen.”

‘Ex-krijgsgevangene Ron Scholte maakte reis naar het verleden (vervolg)’