Slecht weer, klokkenluiders en RAC

De Mulder 142 is uit
Het kwartaalblad van Heemkring Molenheide ligt weer op de deurmat bij hun leden. Iedereen kan echter het boekje bestellen en in dit nummer lezen wat A.J.M. Hoevenaars over ‘Weerpraatjes’ schreef, hoe J.C. de Vet zijn licht liet schijnen over ‘Het stalleke van Bethlehem’ en over ‘Kerktoren en klokkenluiders’ vertelt. De Oude Schouten Hofstad deel 3, van 1554 tot 1635, wordt verteld door J. Hoevenaars en C. Hoevenaars-Willemse. En tenslotte laat H.M. van Oosterwijk het hoofdstuk ‘Lid van RAC’ uit zijn boek ‘Mijn jeugdherinneringen’ lezen.

In zijn weerpraatje ging A.J.M. Hoevenaars eeuwen terug in de tijd. Zo schreef hij o.a. over Extreem weer in Gilze-Rijen in de periode 1650-1810: 1672: ‘Hevige hagelbuien: so rogh, boekweijt, garst, haver en andere vruchten noch op den struijck te velde staende, totaliter zijn geruineert. Er was daardoor binnen Ghilse ende Rijen groot gebrek aan rogge.’

J.C. de Vet schreef over kerststallen in Rijen en Gilze en legde  ‘De geboorte van het licht’ uit:
Kerstmis is het feest van de geboorte van het licht. Niet toevallig vieren we Kerstmis op het moment in het jaar dat de dagen het kortst en de nachten het langst zijn. De periode waarin de dagen weer beginnen te lengen, waarin het licht weer terug komt, werd in oude tijden uitbundig gevierd. De kortste dag is 21 december. Maar omdat het enkele dagen duurde voor men kon vaststellen dat de dagen inderdaad weer langer werden, werd dit lichtfeest op 25 december gevierd. Toen het christendom zich ontwikkelde, nam de kerk dat feest over, maar gaf er haar eigen dimensie aan.

Het hoofdstuk ‘De Oude Schouten Hofstad III (1554-1635)’ vertelt over Henrick van Ardennen:  Het cijnsboek dat ondanks alle troebelen steeds werd bijgehouden, vermeldt Henrick van Ardennen, schout van Gilze en Ginneken, als opvolger op de Oude Schouten Hofstad van meester Jannen van Hoilten. In 1544 wordt aan Henrick vergund het eerste vrijkomende schoutambt te Hage (Princenhage) of in Gilze en Ginneken te vervullen, als dank voor de diensten aan graaf Hendrik van Nassau bewezen.

J.C. der Vet vertelde over d Gilze ‘Kerktoren en klokkenluiders’ o.a.: Omdat het steeds moeilijker werd om geschikte luiders te vinden besloot het kerkbestuur in 1923 om ‘eene electrische Klokkenbeweging en ventilator voor het orgel aan te schaffen’. Hiermee verviel het beroep van klokkenluider en orgeltrapper.

H.M. van Oosterwijk vertelde in zijn boek tenslotte over ‘Lid van RAC’ zijn: Ik vertelde het ’s avonds tegen onze pa, dat we Elek Schwartz met D’n Brooy en Theo van der Steen op ’t RAC veld gezien hadden. En die wist te vertellen, dat Jan voor het Nederlands bondselftal geselecteerd was, en Theo voor het nationale jeugdelftal. ‘D’n Brooy had vroeger altijd ’n tennisballeke in zunne zak,’ vertelde ons vader nog. ‘En as ie mar effe de kaans had, dan stond ie mee dè balleke tegen nun muur  aon te trappe. Dèrom is ie ok links en rechts.’ Legde hij uit. Zo werden wij steeds wijzer: mee een tennisbal in je zak kon je een goeie profvoetballer worden!

Wilt u de complete verhalen lezen, dan kunt U De Mulder 142 bestellen bij Jac Kuijsters: Heuvelstraat 3  5126 CM  Gilze tel. 0161 – 45 18 30

HvO